ATR: ‘Voorstel tegen schijnzelfstandigheid helpt niet’

ATR: ‘Voorstel tegen schijnzelfstandigheid helpt niet’

Vorige maand publiceerde het kabinet een wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden, dat schijnzelfstandigheid moet tegengaan. Maar volgens het Adviescollege Toetsing Regeldruk brengt de wet geen extra duidelijkheid over het ‘in dienst’ werken. Ook dringt de wet schijnzelfstandigheid niet terug.

Dit laat het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) weten in een advies aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het ATR is een college dat regelmatig adviezen geeft aan de regering voor een vermindering van de regeldruk, als gevolg van nieuwe wetgeving.

Normen over ‘in dienst’ werken

Vorige maand publiceerde het kabinet het wetsvoorstel, dat aangeeft dat iemand geen freelancer of zelfstandige zonder personeel kan zijn als diegene werkinhoudelijk wordt aangestuurd door een leidinggevende of werk doet dat is ingebed in de organisatie. Het kabinet wilde met het voorstel duidelijker maken wat ‘werken in dienst van’ precies betekent voor bedrijven en werknemers.

Het voorstel moet schijnzelfstandigheid tegengaan. Er is sprake van schijnzelfstandigheid als iemand is geregistreerd als zzp’er, maar juridisch gezien onder een arbeidsovereenkomst werkt. Het voorstel introduceerde drie normen, of criteria, waarmee kan vastgesteld worden of iemand in dienst werkt of

‘Open normen moeten in de rechtspraak een nadere invulling krijgen.’

ATR twijfelt aan deze aanpak. “Het wetsvoorstel zorgt voor een uitbreiding van het aantal open normen. In plaats van één open norm (‘ín dienst werken’) zouden dat er in de toekomst drie worden. Aan het werken met open normen is inherent dat zij in de rechtspraak in individuele gevallen een nadere invulling krijgen. Open normen bieden daarom aan betrokkenen weinig duidelijkheid”, zo schrijft het ATR. “De nieuwe aanvullende criteria zullen niet tot meer duidelijkheid leiden. Van een door het ministerie ingeschatte daling van structurele regeldruk zal dan ook geen sprake zijn.”

Geen extra duidelijkheid

Daarnaast zouden de nieuwe criteria geen echte verandering brengen. “Bovendien zijn de drie normen van het wetsvoorstel niet nieuw. Zij zijn op dit moment de drie belangrijkste normen uit de rechtspraak ter invulling van de voorwaarde ‘in dienst’. In feite blijft daarmee alles bij het oude.”

‘ATR adviseert van de wetswijziging af te zien.’

“Door de huidige normen uit de rechtspraak over te nemen is onvermijdelijk dat ook de huidige casuïstiek van het toepasselijk recht deel blijft uitmaken. En daarvan vindt het kabinet nu juist vindt dat die te weinig houvast biedt. ATR adviseert daarom van de wetswijziging af te zien.”

Pleuni

Pleuni

Pleuni Jacobs werkt sinds 2019 bij Zietuwel, waar ze nieuwsberichten schrijft voor Ondernemen & Internet.

Bekijk alle berichten van Pleuni

Gerelateerde berichten