Enkel online zijn stuwt je omzet niet
Jarenlang was ‘online’ het toverwoord. Daar zou het gebeuren, daar zou het grote geld te halen zijn. Nu zijn er zeker ondernemers en bedrijven die dit bewezen hebben, maar tegenwoordig lijkt het er toch op dat enkel online zijn ook niet alles is. Je moet net zo goed offline aanwezig zijn. Iets wat veel webwinkels bijvoorbeeld zich ook beginnen te realiseren.
“Wees verstoord of verstoor jezelf.” Zo vat Mike Stiller van NASDAQ de bevindingen samen van het onderzoek naar ecommerce-groei dat hij mede heeft geschreven. En met die verstoring doelt hij erop dat bedrijven niet op één paard moeten blijven wedden, maar dat ze zowel online als offline goed aanwezig dienen te zijn. Want de laatste jaren leek het voor sommige bedrijven haast wel noodzaak om opeens ook online te zijn of zelfs de gehele offline tak overboord te gooien, want wat ging het snel op het web…
Internet werd plots het Grote Gevaar
Binnen notime groeiden bedrijven als Amazon, eBay, Facebook en Google uit tot immens grote, rendabele en invloedrijke multinationals. Dit leidde ertoe dat stenen winkels en offline ondernemingen plots in het internet het Grote Gevaar zagen. Een gevaarte dat op hun markt afdonderde en als een tornado alles overhoop zou gooien. En dus besloten die bedrijven ook maar online te gaan, of zelfs zo ver te gaan door de offline activiteiten te stoppen en zich alleen maar online te begeven.
Maar dat werkt niet. Niet nu, in een tijdperk waarin internet permanent een plek heeft gekregen in de maatschappij. Want internet is al lang niet meer spannend, het is gewoon onderdeel van alles wat we doen. Zoals diensten afnemen of zelfs boodschappen doen. En omdat internet zo’n gemeengoed is geworden, wordt het toegepast waar dat nuttig is.
Consument wil online én offline
Zo kan het gebeuren dat een consument online producten bekijkt en bestelt en ze uiteindelijk in de winkel afhaalt. Of juist het omgekeerde: een consument bekijkt in de winkel een product, maar besluit het toch online te kopen (omdat het daar goedkoper is, of omdat het te groot is om zelf mee te nemen). Als jij als onderneming alleen maar offline actief bent, dan loop je dus die mensen mis die online naar jou, je bedrijf of je producten/diensten op zoek zijn. En als jij enkel online actief bent, dan kun je dus niks verkopen aan de mensen die liever producten verkopen in een stenen winkel.
Het werkt niet alleen zo op deze manier voor ondernemingen die producten verkopen, het werkt uiteraard ook voor bedrijven die diensten leveren. Je kan als loodgieter hartstikke goed werk doen, als je online nergens bent te vinden, er geen referenties over je werk te googlen zijn en men niet eens de openingstijden of tarieven kan vinden, dan haken een boel mensen al snel af. Terwijl mensen aan de andere kant misschien juist huiverig zijn om online een cursus te volgen, terwijl die offline één-op-één interactie met de docent er dan niet meer is.
Pure players ontdekken voordelen van offline
Dat online ook niet alles is, of in ieder geval dat er offline ook nog voldoende te halen valt, blijkt wel uit het feit dat steeds meer pure players (bedrijven die enkel online actief zijn) steeds vaker het web verlaten om offline hun diensten of producten te verkopen. Zo heeft webwinkelketen Coolblue meerdere vestigingen geopend in het land, terwijl in Amerika online kledingwinkel Bonobos steeds meer stenen winkels opent. Al ademen die zogeheten guideshops nog steeds ‘online’ uit, aangezien je daar wel kleding kunt passen en advies kunt krijgen, maar het kopen alsnog online plaatsvindt. Maar ook het Amerikaanse Warby Parker, dat sinds 2010 online brillen verkoopt, is overstag gegaan en heeft nu verschillende showrooms verspreid over het land.
Het probleem met enkel online of enkel offline zijn, is dat je weinig zicht hebt op hoe de omzet in die andere tak wordt behaald en waar je de andere tak kunt aanvullen. Het beste is daarom dan ook om zowel online als offline aanwezig te zijn. Coolblue weet door haar online aanwezigheid in welke delen van het land het meest wordt besteld, hoe laat men bestelt, voor wat voor gemiddelde waarde men bestelt, et cetera. Deze kennis konden ze goed gebruiken bij het bepalen waar ze hun stenen winkels moesten vestigen. En de gegevens die ze dáár weer opdoen kunnen ze in de webwinkel weer goed toepassen. Op deze manier zijn de online en offline tak complementair. Ze vullen elkaar aan en zorgen ervoor dat het bedrijf een nóg beter beeld heeft van de doelgroep, de klanten en de markt. En alleen dan kun je je omzet goed en blijvend laten stijgen.
Reacties